De redactie

Joods leven in Kampen

En heel even waren ze terug.

Hoe lang staat de synagoge al leeg? Hoe lang geleden zal het zijn dat er een synagogedienst in Kampen plaatsvond? Wanneer was hun laatste dienst? Ergens in de jaren ’40 van de vorige eeuw waarschijnlijk.

Maar dat gegeven uit de geschiedenis moet nu worden gecorrigeerd. Want hun laatste dienst in Kampen was gisteren, om precies te zijn: op vrijdagavond 21 juni 2019.

En de rabbijn sprak met geen woord over wat geweest was, geen woord over die jaren ’40, geen woord over die Joodse gemeenschap die werd weggevoerd. Integendeel, de rabbijn heette ons, Kampenaren, van harte welkom in hun dienst! Samen met zo’n honderd anderen uit Kampen en omgeving was ik erbij, maakte het mee.

De dienst vond niet plaats in de synagoge aan de IJsselkade.

In plaats daarvan had een aantal christenen het gebouw Open Hof aan de Lelystraat ter beschikking gesteld. Van tevoren was er overleg geweest over wat er zou moeten worden aangepast zodat de Joodse gemeenteleden zich zoveel mogelijk ‘thuis’ zouden kunnen voelen, niet bedreigd door wat dan ook. Dit kerkgebouw zou even helemaal van hen zijn.

Uit Amsterdam kwamen ze, de rabbijn en haar gemeenteleden. Zo eens per maand gaan ze het land in en verwelkomen de sabbat op een of andere andere plaats in Nederland. Een zeldzaam initiatief. Bedoeld om even contact te maken met wie nieuwsgierig zijn naar Joods leven. Men weet van die behoefte. Maar de Joodse gemeenschap is klein. Op de meeste plaatsen is er nauwelijks een minjan, het aantal Joden dat nodig is om een dienst te kunnen houden. Als er dan ook nog allerlei vreemdelingen de synagoge instromen, wordt zo’n gemeente al gauw out-numbered. Je moet welhaast in Jeruzalem zijn om dat te voorkomen. Dus was deze Joodse gemeente in Amsterdam met dit initiatief gekomen.

Het viel me op dat de rabbijn de liturgische klok vóór in de kerkzaal van Open Hof had laten hangen. Een aparte klok, gemaakt door de christelijke gemeente die daar normaal haar diensten houdt. Een klok met daarop het Joodse maanjaar, de Joodse feesten, en de Davidsster. Maar een klok toch ook met het kerkelijk jaar en zijn feesten, en het Christusmonogram in het midden. ‘Zullen we die ook voor u verwijderen?’ Maar nee, die klok mocht blijven hangen. En zo hing hij dus even, heel apart, in de synagoge…

Enfin, Jezus, besneden Jood, was naar zijn gewoonte ook altijd op vrijdagavond in de synagoge; om de bruid, de Sabbat, te verwelkomen.

En zo is het gebeurd.

Mijn vrouw, ziek thuis, was door omstandigheden laat met het inschakelen van de kerktelefoon. Ze vertelde mij later: ‘Zo apart, zo ontroerend, om in te schakelen op Open Hof en dan Hebreeuws te horen spreken en zingen; een Joodse gemeente die Kaddiesj zegt in Kampen’.

En wij waren daarbij. En wij ervoeren even aan den lijve wat men bedoelt met een jodenkerk, en wat smoezen is, en nasjen.

Er was, heel even, weer Joods leven in onze stad. En er was vrede.

Bart Gijsbertsen